Al pratend komt ze mijn kantoor binnen, haar mobiel nog in de hand en de tas over haar schouder. Ze vertelt over haar week – de drukte.

Voordat we verdergaan, haal ik twee kopjes thee. Terug in mijn kantoor gaat het gesprek verder. Ik luister, maak contact, en we hebben een fijn gesprek. Fijn, maar nog niet goed genoeg. Zij wil verandering, dus gaat er iets in ons gesprek ook veranderen.

Ik stel voor: “Zou je helemaal achterin de stoel willen gaan zitten? Ik doe hetzelfde, adem rustig in en uit, en praat wat zachter.” Na een korte stilte zeg ik: “Kun je nu zelfs rustig bij jezelf zijn… en dan vertellen waar het echt om gaat.

Een beetje onwennig volgt ze mijn houding. Na een tijdje ontspant ze. “Ik denk te veel,” zegt ze ineens. “Is dat zo?” vraag ik rustig. Ze lacht. “Ja… ik wil minder denken en meer doen, meer voelen.”“Laten we daar beginnen,” zeg ik, en de sessie krijgt een ander karakter. 

De onrustige gedachten zakken naar de achtergrond, en beetje bij beetje komt er ruimte voor wat echt belangrijk is. Ze begint weer te voelen wat ze wil en wat haar volgende stap mag zijn.